top of page

                                                De acht jaarfeesten of sabbats.    

                                                                                   

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eén van de manieren waarop een heks zich verbindt met de natuur, is d.m.v. het vieren van jaarfeesten. Deze jaarfeesten markeren de overgangen en hoogtepunten van de seizoenen. De acht jaarfeesten noemen we samen ook het Jaarwiel.

Ze worden verdeeld in vier zaai/oogstfeesten, te weten Samhain (1 november), Imbolc (1 februari), Beltane (1 mei) en Lughnasadh (Lammas) (1 augustus) die gevierd worden aan de vooravond van de nieuwe dag, als de zon onder gaat (bij de Kelten begon de nieuwe dag met de zonsondergang), en in vier zonnefeesten (zonnewenden), te weten Yule (21 december), Ostara (21 maart), Litha (21 juni) en Mabon (21 september). We hebben ze vastgesteld op de 21e, maar officieel kunnen daar qua datum, een paar dagen verschil in zitten.

​​

​

​

​​

​

​

​

​

​

​​

​

​

1. SAMHEIN (Sow ein), 31 oktober (met zonsondergang aan de vooravond van 1 november)

Kruiden: eikels, appels, brem, nachtschade, varens, vlas, alruin, eikenbladeren, stro.
Dieren: vleermuis, zwarte kat, hond, spin.
Godinnen & Goden: Hecate, de Morrigan, Lilith, Psyche, Kali, Frau Holde, Inanna, Freys, Cerridwen, Hades, Kronos, Wodan, Pluto, Loki, Macha, Persephone, Odin, Bast, Caillech, Eris, Hel, Ishtar.
Altaar versieringen: pompoenlantaarn, appels, kaarsen in halloween-vormen (heksen, katten, spoken), foto’s van overleden vrienden en familieleden.
Wierook: salie, rozemarijn, lavendel.
Edelstenen: obsidiaan, onyx, carneool.
Kaarskleuren: Zwart, oranje, paars, donker bruin.
Voedsel:  pompoen, kruiden thee, cider, vlees, bosbessenmuffins, scones, kruidenwijn, granaatappels, Stwmp Naw Rhyw stoofpotje.

Dit feest markeert het begin van de donkere helft van het jaar, alsmede afsluiting van het oude jaar en begin van het nieuwe jaar. De God is aangekomen in de onderwereld. De Godin heerst alleen.  Op het land is de oogst binnen en alles is klaar voor de winter. Vroeger werd dit feest ook slachtfeest genoemd omdat de dieren op stal moesten. Niet alle dieren konden mee in de stal.  Daarom werden de zwakke dieren geslacht.                                                                                                                                                                                                            De sluier tussen de twee werelden is zeer dun. Contact met overledenen is makkelijker. Het kaarsje in de uitgeholde pompoen staat symbool voor het eeuwige leven van de ziel. In het ritueel wordt het jaar afgesloten en wensen voor het komende jaar geuit. Het huis wordt versierd met bladeren, noten, pompoenen en appels.

Dit is het laatste oogstfeest: de vleesoogst. Het is koud buiten, de bomen zijn kaal, het is guur weer. De natuur lijkt dood, voedsel ligt opgeslagen voor de komende winter. Behaaglijk staren naar het haardvuur met de gordijnen dicht, dat is wat je nu het liefste wil. Je balanceert op de grens van waken en slapen, net als de natuur. Dit is Samhain, dood en leven, tijd voor herdenken, tijd voor contemplatie. De sluier is dun, niet meer dan een nevel. Achter de sluier zie je wat geweest is, achter de sluier ligt ook de toekomst.

​​

​

​

​

​

​

​

​

​

​​

​

​

​

2. YULE, 21 december

Kruiden: laurier, ceder, kamille, hulst, jeneverbes, mistletoe, eik, dennenappels, rozemarijn, salie, gezegende distel, mos, mirre, nootmuskaat, saffraan, den, gember, jeneverbes, kruidnagel         
Dieren: eekhoorn, roodborstje, hert/ree, winterkoninkje.
Godinnen & Goden: Gaia, Pandora, Thea, Helios, Kefa, Attis, Ra, Balder, Nurelli, Angerona, Cerridwen, Hecate, Apollo, Horus, Kronos, Mithras, Saturnus, Wodan.
Altaar versieringen: hulst, mistletoe, een klein Yule-blok, yuleblok, kransen, dennenappels, draden met gekleurde lampjes.
Wierook: laurierbes, ceder, den, rozemarijn.
Edelstenen: tijgeroog en robijnen, bloedkoraal, granaat, toermalijn                                                                                     
Kaarskleuren: goud, zilver, groen, wit, rood.
Voedsel: warme wijn, gebraad vlees, kalkoen, fruitcake, noten, yule “Waissail” .

 

Het jaarwiel begint met draaien met Yule (zeg Joel). Dit is het midwinterfeest met de langste nacht van het jaar. Hierna houdt de natuur een paar dagen haar adem in en daarna worden de dagen weer langer. Om de zon te helpen, worden overal ter wereld vuren aangestoken.
In vroeger tijden werden de vuren op hoge heuvels aangestoken, zodat hun licht over het hele land zou schijnen. De mensen geloofden dat al het land dat door de Yule vuren werd verlicht, het komende jaar grote vruchtbaarheid zou hebben. Dat geloof leeft tot op de dag van vandaag nog in het Yulefeest door. De terugkeer van de zon wordt hier gevierd met veel kaars- en theelichtjes in huis. Ook het in huis halen van het leven staat centraal in dit feest. De "yule"boom is hier een voorbeeld van. De altijd groene Spar staat symbool voor het eeuwige leven. De lichtjes staan symbool voor de zon, die opnieuw geboren wordt. Hulst met haar rode bessen symboliseert het bloed van de Godin en Maretak met de witte bessen het zaad. Hoop, liefde, warmte, samen zijn. Blij met wat je hebt, blij met wat gaat komen.

​​

​

​

​

​

​

​

​​

​

​

​​​​​

​

3. IMBOLC, 31 januari (vooravond van 1 februari)

Kruiden: engelwortel, basilicum, laurier, benzoë, mirre.
Bloemen: witte bloemen, helleborus, sneeuwklokjes, krokussen, toverhazelaar.
Dieren: schaap/lam, witte zwaan, wolf, slang, hert, koe.
Goden & Godinnen: maagdelijke godinnen, jonge goden, Brigid, Aradia, Arachne, Arianrhod, Athena, Brighid, Blaize, Branwen, Februa, Gaea, Inanna, Lucina, Vesta, Cupid/Eros, Diancecht, Dumuzi, Februus.
Altaarversieringen: veel witte lichtjes (kaarsen), zwaneveren, Brigit kruisjes, Bridget popje met wit kleedje in een wieg.
Wierook: basilicum, mirre, rozemarijn, blauwe regen.
Edelstenen: amethyst, granaat, onyx, turkoois.
Kaarskleuren: 3x wit (3-voudige godin), geel, roze, licht groen, licht blauw.
Voedsel: zaden, pannenkoeken, brood, cake, kruidenthee, (chocolade)melk, “Elfenwijn”.

​

Imbolc betekent letterlijk “in de buik”. Hier wordt het ontkiemen van de zaadjes gevierd. De God wordt opnieuw geboren. (terugkeer van de onderwereld) Er zijn al enkele sneeuwklokjes en lammetjes, we nemen afscheid van de winter. Dit feest is gewijd aan de Godin Birgit. Zij is de Godin van de eeuwigdurende lente, wanneer de koeien nooit zonder melk zullen zijn. Het huis wordt versierd met witte bloemen en witte kaarsen. Ook met potje krokussen, berkentakken en takjes toverhazelaar vanwege het reinigende karakter. De grote schoonmaak van het huis past hierbij en het lopen van een labyrint of stilte meditatie om terug te gaan naar jouw innerlijke “kern”. Drink de belofte van de lente in een mengeling van zoet en bitter.

De eerste schuchtere bloemen, teer en kwetsbaar. Soms dwars door met sneeuw bedekte aarde steken ze hun kopjes op. Het stof van de winter verdwijnt langzaam, nieuwe ideeën worden geboren. Nog maar een kleine kiem. Misschien verwerp je een idee, misschien werk je het later uit. Maar het borrelt weer van  binnen, net als de aarde die langzaam tot leven komt.

​​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​​

​

​

4. OSTARA, 21 maart

Kruiden: verbena, mos, tijm, citroenmelisse, moerasspirea, paarse klaver (blaadjes die per drie groeien), brandnetels, hazelaar met katjes, wilgenkatjes.
Bloemen: 3-kleurig viooltje, narcis, brem, sleutelbloem, paardenbloem, tulpen, krokus.
Dieren: (paas)haas, kuiken, konijn, egel, lynx, wild zwijn.
Godinnen & Goden: Eostre, groene godin/god, Ostara, Hera, Artemis, Athena, Isis, Astarte, Cybele, Hecate, Luna, Minerva, the Morrigan, Persephone, Adonis, Dagda, Pan, Aengus Óg, Aries, Eros.
Altaarversieringen: hard gekookte eieren beschilderd met magische symbolen en wensen, altaarkleed in geel, rood (kleur van de Ram en bloed; liefde, leven en hartstocht), helderblauw, heldergroen, een Ostaraboom (krulwilg), versierd met gele linten (in het oosten) en Ostarawater: vers bronwater (maarts water) uit bron, beek of dauwwater.
Wierook: 2x wierook, 1x Arabische gom, 1x sandelhout, ½ nootmuskaat, ½ rozenbloemblaadjes & enkele druppels sinaasappelolie.
Edelstenen: heldere kwartskristallen. Rozenkwarts voor het westen. Agaat of Lapis Lazuli voor het oosten. Amazoniet voor het noorden. Granaat voor het zuiden.
Kaarskleuren: goud, zilver, geel, rood, blauw en wit + kleine kaars bij zaad en beker op het altaar. Extra theelichtjes voor de Lentekoningin!
Voedsel: hard gekookte eieren, eierkoeken, honingcake, paardenbloem- en brandnetelwijn.


Dit is de lente-evening, ofwel evenwicht tussen dag en nacht, waarbij het licht de overhand krijgt. Men viert het hoogtepunt van de lente; een nieuw leven. Eieren horen hierbij, net zoals (paas)takken en bloemen. Ostara komt van de Godin Eostra, godin van de lente. In de Mythe horen we hoe de godin het wereldei legt dat uitkomt door de kracht van de zonnegod. Groene kleding hoort bij dit feest.

De natuur barst open, alles is jong en onervaren, alles is fris en pas geboren. Creativiteit ontwaakt, je bruist van het leven, je groeit. De wereld bekijk je door nieuwe ogen. Probeer alles uit, fouten mogen worden gemaakt, daar groei je van.

​​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​​

​

​

5. BELTANE, 30 april (vooravond van 1 mei)

Kruiden: amandel, engelwortel, es, vijfvingerkruid, frankincense, meidoorn, klimop.
Bloemen: madeliefjes, sering, goudsbloem, pinksterbloem.
Dieren: geit, konijn, honing, bijen.
Godinnen & Goden: Cernunnos, Herne , Pan, Heer van de Dans, Odin, Bamofet, Osiris, Lucifer, Bel, Baäl, Venus, Aphrodite, Vrouwe van de Bloemen, Diana, Freya.
Altaar versieringen: kleine meipaal, fallus gevormde kaarsen, ketting van madeliefjes, lentebloemen.
Wierook: frankincense, sering, roos.
Edelstenen: smaragd, oranje carneool, saffier, rozenkwarts.
Kaarskleuren: donkergroen, liefdesrood, alle kleuren van de regenboog.
Voedsel: alle rode vruchten, groene kruidensalades, wijnpunch.
Bomen: eik (God) berk (Godin), spar (voor geboorte), appelboom (voor liefde).


Dit feest, ook wel meifeest genoemd, symboliseert het begin van de zomer. Het is het feest van de vruchtbaarheid. De Godin regeert over leven, groei en bloei. Traditioneel worden oude bezems verbrand en nieuwe gemaakt. Ook vinden de heksenhuwelijken (handvasten) plaats voor één jaar en één dag. Tijdens het meifeest worden over het Beltane vuur gesprongen voor zuivering, geluk en vruchtbaarheid. Het feest gaat de hele nacht door, waarbij tot diep in de nacht wordt gedanst om de meiboom, versiert met rode en witte slingers. Pas na zonsopkomst mag de meidoorn geplukt en mee naar huis genomen worden. De naam Beltane betekent “ vuur van Bel” (of Belinus=zonnegod).

De natuur wordt bevrucht, alles hunkert naar liefde en lust. Er ligt een vruchtbare bodem voor je voeten. Je hoeft enkel de stuwende kracht aan te wenden om je daden te bekrachtigen. Je handelt, je geeft vorm aan je ideeën en plannen. Je voelt je sterk en onverslaanbaar. Gebruik je levenskracht, gebruik de krachten om je heen.

​​

​

​

​

​

​

​

​

​​

​

​

​​

​

​

6. LITHA, 21 juni

Kruiden: kamille, vijfvingerkruid, vlier, lavendel, mannelijke varen, den, St. Janskruid, wilde tijm, verbena
Bloemen: wilde zomerbloemen, madeliefjes, margrieten, korenbloemen.
Dieren: vlinder, kikker/pad, pauw, winterkoninkje, koe, paard.
Godinnen & Goden: Aprodite, Astarte, Freya, Moeder aarde, Venus, Eik Koning, Hulst Koning, Aestas, Athena, Bona Dea, Hathor-Tiamet, Isis, Juno, Nut, Robigus, Aine, Artemis, Banba, Dana, Eos, Eriu, Grian, Sekhmet, Vesta, Baal, Dagda, Hyperion, Gwydion, Llew, Ra, Thor, Apollo, Balder, Helios, Prometheus, Sol, Zeus.
Altaar versieringen: zomerbloemen, liefdesamuletten, zeeschelpen, zomerfruit.
Wierook: frankincense, citroen, mirre, den, roos, blauwe regen.
Edelstenen: alle groene stenen, gele Topaas, Smaragd, Peridoot, Rozenkwarts
Kaarskleuren: blauw, groen, geel.
Voedsel: verse groenten, zomerfruit, brood, bier, mede & paardenbloemenlikeur.


Midzomer. Het is de langste dag, het hoogtepunt van de zomer wordt gevierd met gele bloemen. Er zijn weer vreugdevuren, brandende toortsen en ook wordt het zonnewiel rond de cirkel gerold. Aan het eind van het feest wordt over de vuurresten gesprongen.

Het is warm, verstikkend soms, vurig. De zon is oppermachtig. Overal is weldaad en overvloed, de kelk loopt over. Het is midzomer, de langste dag. Al is de natuur uitbundig, zij toont ook haar schaduwzijde, de donkere tijd kondigt zich weer aan. Hierna worden de dagen terug korter en de nachten langer.  Geniet van de overvloed en sta stil bij de gaven van de natuur. Dans de dans van dood in leven.

​​

​

​

​

​

​

​

​​

​

​

​

​

​

​​​​

​

7. LUGHNASADH (Lammas), 31 juli (vooravond van 1 augustus)

Kruiden: acacia, aloë, maïs, bosbes, eikenbladeren.
Bloemen: zonnebloem, cyclamen
Dieren: haan, kalf/koe.
Godinnen & Goden: Ashtar, Bes, Bran, Dagon, Ebisu, Ghanan, Liber, Lono, Liew, Lugh, Neper, Odin, Xochipilli, Aine, Ashnan, Cabria, Ceres, Chicomecoatl, Damia, Demeter, Freya, Habondia, Ishtar, Mama Alpa, Morgay, Persephone,Taillte, Tailtiu.
Altaar versieringen: maïs/tarwe poppen (gemaakt van stro) om de Moeder Godin te symboliseren voor de Oogst.
Wierook: roos, sandelhout.
Edelstenen: aventurijn, citrien.
Kaarskleuren: goudgeel, oranje, groen, licht bruin.
Voedsel: zelfgebakken brood, noten, wilde bessen, bier, appels, rijst, geroosterd lam, bessentaart, vlierbessenwijn.

Dit is het feest van het einde van de zomer en het begin van de herfst. Er wordt eer aan de aarde betoond als dank voor de rijke oogst met oogstpoppetjes en broodjes. Het is ook wel het oogstfeest waarbij ook aan de aarde wordt geofferd. Het is ook het feest van het brood en van het eerste bier. De naam komt van Lugh (= god van graan, dood en wederopstanding). Het huis wordt versierd met kruiden.

De eerste oogst wordt binnengehaald: de graanoogst.  Hier sterft de God.  De natuur geeft ons haar vruchten. We zien wat onze arbeid ons heeft opgeleverd, we oogsten en gebruiken deze vruchten.

​​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​​

​

​

8. MABON, 21 september

Kruiden: eikels, benzoë, varens, kamperfoelie, mirre, eikenbladeren, den, salie, distels.
Bloemen: asters, goudsbloem, passiebloem, roos.
Dieren: roofvogels (uil/arend), merel, wolf, hond, hert, zalm.
Godinnen & Goden: Wijngoden, Oogstgoden, Dionyssos, Mabon, Bacchus, Modron, Greenman, Persephone, Demeter, Ceres, Inanna, Morgan, Epona, Pamona, Thor, Thoth, Hermes.
Altaar versieringen: eikels, dennenappels, druiven, appels, herfstbladeren, klein drievoudig godinnen beeldje om de Moeder te vertegenwoordigen.
Wierook: benzoë, mirre, salie.
Edelstenen: carneool, lapis lazuli, saffier, gele agaat.
Kaarskleuren: oranje, donkerrood, geel, indigo, bruin.
Voedsel: noten, groenten, appels, druiven,  wortels (wortels, uien, aardappels), cider.


Herfstequinox. Evenwicht tussen licht en donker, waarbij het donker overheerst. We nemen afscheid van de zon. We kijken terug op de gulheid van Moeder Aarde. Volgens de mythe geeft de Godin de scepter aan de God. De dochter van de Godin daalt af naar de onderwereld om een half jaar bij haar meester door te brengen. Het huis wordt versierd met appels, druiven en bladeren.

De tweede oogst; de fruitoogst. De kracht van de zon neemt zienderogen af, we keren naar binnen om te bepalen wat wij gaan achterlaten, wat wij gaan offeren. Wat we niet gebruiken geven we terug aan de aarde zodat het kan transformeren.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Overzicht sabbats.png
Samhein.jpg
Yule.jpg
Ostara .jpg
Imbolc.jpg
Beltane.jpg
Litha .jpg
Lughnasadh.jpg
Mabon.jpg
Eind overezicht .jpg
  • Facebook
  • Twitter
  • Instagram

Terms & Conditions

Privacy Policy

Accessibility Statement

bottom of page